Voorkom de valkuilen van representatieve inspraak

De fysieke inspraakavond is anno 2020 nog steeds de standaard methode om inwoners te betrekken bij beleidsvorming. Een denkfout die regelmatig voorkomt is het idee dat je een gesprek moet voeren met een diverse groep inwoners zodat alle inwonersgroepen vertegenwoordigd zijn. Het is goed om verschillende ideeën te verzamelen maar het is een denkfout om iemands ideeën te koppelen aan iemands achtergrond.

Lage betrokkenheid heeft gemeenten aan het denken gezet

Gemeenten beseffen gelukkig maar al te goed dat de mensen die meestal deelnemen aan een inspraakavond niet representatief zijn voor de inwoners van een gemeente. De deelnemers zijn meestal 65-plussers die kritiek hebben op de gemeente. Vooral jongeren en mensen die alles wel prima vinden kom je zelden tegen bij een inspraakavond.

Het is natuurlijk hartstikke goed om zo’n inspraakmoment te faciliteren want die mensen zijn zeer betrokken en willen iets toevoegen aan het besluitvormingsproces. Maar het is maar de vraag of je een goed besluit kunt nemen als je alleen die mensen gesproken hebt. Waarschijnlijk zijn er nog honderden andere meningen die niet gehoord worden omdat niet iedereen aan een inspraakavond kan of wil deelnemen.

Er wordt veel geëxperimenteerd met nieuwe gespreksmethoden

Gelukkig zijn er allerlei methoden bedacht waarmee je inspraakavonden beter kunt vormgeven. De Deep Democracy-methode stuurt bijvoorbeeld aan op het verzamelen van alle invalshoeken. Naast de betrokken buurtbewoner wil je bijvoorbeeld ook de mening van de bakker, de advocaat, de student en de werkloze bouwvakker horen. Potentieel een goed idee. Hoe meer verschillende meningen op tafel komen, hoe beter je kunt afwegen.

In de uitwerking gaat het helaas vaak fout. Bij steeds meer inspraakavonden wordt gebruik gemaakt van een “representatieve” gesprekskring. Vaak helpen externe adviseurs om een diverse groep mensen aan tafel te verzamelen zodat de meeste bevolkingsgroepen vertegenwoordigd worden in het gesprek. Dat is natuurlijk allemaal goedbedoeld maar het werkt niet zoals men hoopt.

De denkfout

Zie je de setting voor je? Een ondernemer, een werkloze, een directeur, een lhbt’er, een student, een bijstandsmoeder en een uitgeprocedeerde asielzoeker zitten bij elkaar aan tafel om het te hebben over de verbouwing van het dorpsplein. Kan ik er als ondernemer van uitgaan dat die ondernemer aan tafel mijn mening vertegenwoordigt? Ik denk het niet. Misschien is die ondernemer wel eigenaar van het restaurant aan het dorpsplein en wil hij het liefst zoveel mogelijk parkeerplaatsen voor de deur. Ik ben zelf ondernemer en heb bijvoorbeeld liever wat minder auto’s in het centrum. En waarom zou de bijstandsmoeder geen goede ideeën kunnen hebben die de belangen van de ondernemer behartigen?

Geen democratische controle

Raadsleden worden gekozen via een democratisch proces. Zo heb je altijd enige vorm van selectie op de kwaliteit van de persoon. Daarnaast zijn er de gebruikelijke controles op de achtergrond van het raadslid en controleren raadsleden elkaar ook tijdens vergaderingen. Als een raadslid eigenaar is van een restaurant aan het dorpsplein, dan ziet de gehele raad toe op die belangenverstrengeling. Bij een inspraaktraject met gewone inwoners is die controle er niet.

Koppel ideeën niet aan iemands achtergrond

Het ironische van de representatieve methode voor inspraakmomenten is dat er wordt geprobeerd om discriminatie van minderheidsgroepen te beperken maar dat je met deze methode juist discrimineert op basis van iemands achtergrond en misschien zelfs wel op uiterlijke kenmerken. Het zou er toch moeten gaan om wát iemand zegt en niet wie het zegt?

Misschien heeft die bijstandsmoeder wel een briljant idee voor het stimuleren van lokale ondernemers. Of heeft de student eigenlijk geen idee hoe hij de belangen van studenten moet vertegenwoordigen in het gesprek, maar beschikt de werkloze wel over goede ideeën om dit in gang te zetten.

Het probleem is dat de gespreksleider alleen kan afgaan op de meningen van enkele mensen die tegenover hem of haar aan tafel zitten. En die paar mensen vertegenwoordigen helemaal geen groep. Het vervelende is dat zo’n gesprek uiteindelijk leidt tot een rapportage en een advies aan het gemeentebestuur, waarbij wordt aangegeven wat bepaalde bevolkingsgroepen vinden van de kwestie.

Het is een momentopname en het is bij lange na geen representatief onderzoek. Het vervelende is dat zo’n gesprek uiteindelijk leidt tot een rapportage en een advies aan het gemeentebestuur, waarbij wordt aangegeven wat bepaalde bevolkingsgroepen vinden van de kwestie. En dat is misleidend en statistisch onbewezen.

Maar hoe moet het dan?

De eerste stap is dat je moet accepteren dat je nooit een 100% representatief resultaat krijgt als je inwoners vraagt om mee te denken over het nieuwe dorpsplein. In plaats van eindeloos zoeken naar vertegenwoordigers van subgroepen kun je er beter voor zorgen dat het zo laagdrempelig mogelijk is voor alle inwoners om deel te nemen aan een inspraaktraject. Hoe meer inwoners meedoen, hoe diverser het beeld van meningen, ideeën en argumenten vanzelf wordt.

Nodig mensen uit voor bijeenkomsten en richt een participatieplatform in waar mensen binnen twee kliks kunnen stemmen of een reactie kunnen plaatsen. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf. Het kost tijd en geld om mensen te bereiken en te betrekken. Maar het resultaat zal lonen. Steeds meer gemeenten bereiken honderden inwoners tegelijk bij participatietrajecten.

De onderbouwing voor beleidskeuzes is een stuk eenvoudiger als er zoveel deelnemers zijn die hun ideeën, argumenten, plannen en meningen delen in een gestructureerde dialoog.

Steek als gemeente vooral tijd in het goed uitwerken van een vraagstuk dat je wil voorleggen aan inwoners. Schrijf het in duidelijke taal zodat je mensen prikkelt. Geef aan wat het onderliggende probleem is. Geef aan wat mogelijk is en wat niet. Vervolgens moet je investeren in promotie van het traject. Op korte termijn kost dat veel tijd en geld. Op lange termijn bouw je meer vertrouwen op bij inwoners en zullen ze de volgende keer makkelijker te betrekken zijn bij een nieuw onderwerp. Lees ook: de 5 meest gemaakte fouten bij online inspraak